Een eigen plek vinden in deze maatschappij, dat gunnen we iedereen. Een plek waar je je staande weet te houden en waar je een zinvol leven kan opbouwen. Daar gaan we voor. Met appartement van deze tijd. Met familie en vrienden nabij. Een veilige plek, door vertrouwde begeleiders die helpen wanneer dat nodig is. In een sfeer die gemoedelijk en warm is.
Dit magazine is een uitwerking van ons jaarverslag 2020. De foto’s zijn gemaakt door Anne Stielstra.
´In Kerstman-outfit gehesen bestuursleden, die onder het geschater van collega’s het jaar afsluiten.´ Zo beginnen Janet Plegt en Karen Westerhoff grappend hun terugblik op weer een jaar De Weerde. Het typeert de sfeer die mensen ervaren bij De Weerde. Het was een jaar vol keuzes en gezond verstand. De bestuurders aan het woord, over contact versus corona en de verdere ontwikkeling van hun jonge, in het oog springende zorginitiatief. Aandacht voor gezelligheid en samenzijn. Dat ademt De Weerde.
Hoe ingrijpend was het dan ook voor De Weerde (zoals voor iedereen) toen corona zijn intrede deed. Maar anders dan veel zorgorganisaties, ging bij De Weerde alles door. Ondanks corona. Dankzij corona. ‘In die eerste golf ging alles dicht om ons heen. Veel behandelingen stopten of werden alleen nog online gegeven. Bezoeken werden minder of stopten helemaal. Wij hebben meteen gezegd: Dát gaan wij niet doen. Nooit,´ vertelt Janet. ´Onze cliënten hebben dat contact zó nodig. Juist nu.’ In haar stem klinkt lichte verontwaardiging. Doorgaan en in contact blijven was het credo.
Maar de vraag rees: hoe krijgen we dat op een veilige manier voor elkaar? ‘Luchten, luchten, luchten,´ stelt Karen, ´daar kwam het op neer. We gingen continu naar buiten. Gesprekken tijdens het wandelen, buitenactiviteiten. We zaten er ook bovenop dat iedereen z’n ramen open deed om te ventileren.’ Er werd ook zeep uitgedeeld, cliënten werden gestimuleerd hun beddengoed vaker te wassen en door de gangen klonken allerlei praktische tips over hygiëne. Janet vertelt hoe ze in die periode intensief sparden met de cliëntenraad: hoe gaan we op een normale manier met corona om? ‘Zoals de buurvrouw het doet, zeg maar. Wat er bij ons absoluut niet in kwam was een aparte voorziening voor cliënten, afgezonderd van iedereen. Als er extra zorg nodig was, overlegden we dat met de familie. Zoals iedereen dat doet.’ Dit bleek nodig voor één cliënt die corona kreeg.
Het bestuur is tevreden over de gekozen houding. ‘Het pakte goed uit,’ zegt Karen, ‘al klop ik het af. Je blijft kwetsbaar als het gaat om infecties en virussen. Maar onze medewerkers hebben het heel goed gedaan. Ze bleven zorgen voor het contact en niemand klaagde over wat daarvoor nodig was.’
Ergens heeft corona ook versterkt, vinden ze. ‘Cliënten zijn altijd bijzonder, alsof ze buiten de samenleving staan,’ legt Janet uit. ‘Maar nu was dat niet. Covid maakt geen onderscheid. Het raakt iedereen, zonder uitzondering. Gek genoeg gaf dat een gevoel van kracht, dat we er met z’n allen mee moesten dealen. En dat deden we dus.’ Los van de groepstraining ging alles door, in kleiner verband maar met behoud van fysiek contact.
Kenmerkend voor 2020 was ook de exponentiële groei van de organisatie: van 26 cliënten in 2018 naar 60 cliënten nu. Naast de intensieve zorg die De Weerde aan de locatie Hanzelaan in Almelo biedt, zijn er zelfstandiger woonvormen bijgekomen in Almelo en Nijverdal. Daarmee voorziet De Weerde in de grote behoefte aan huisvesting met een lichte vorm van zorg. De snelle realisatie van deze groei was niet mogelijk zonder het grote vertrouwen van partners in de werkwijze van De Weerde, zoals het Cimot. ‘Wat wij doen, wordt gezien,’ constateert Karen. ‘Ik hoor geregeld dat partners verrast zijn door onze grote betrokkenheid. Dat zit ‘m vaak in kleine dingen. Dat wij altijd de telefoon oppakken bijvoorbeeld. Voor ons is dat heel gewoon. Maar blijkbaar is het dat niet.’ Janet vult aan: ‘Wij doen gewoon wat we zeggen. Dat zou heel normaal moeten zijn.’
Bijzonder zijn in het gewone dus. Janet en Karen zien dat in alles. Zo zijn medewerkers nooit een dag te lang ziek, vertellen ze. En de sfeer is als in een gezin. ‘Medewerkers zijn onderling verbonden met elkaar. Dat maakt me trots. Goed zorgen voor elkaar betekent ook goed zorgen voor de cliënt,´ ziet Janet. Ook in de professionalisering van bedrijfsprocessen voerde het normale de boventoon. Geen dure systemen, geen administratieve ballast. ‘We hebben wel geïnvesteerd in een goede zoekfunctie in ons kwaliteitssysteem. Zodat het niet belemmerd maar je snel helpt.’ Tegelijkertijd is het kwaliteitsbeleid niet iets ‘van kantoor’. Iedere medewerker is een kwaliteitsmedewerker, klinkt het stellig. Ze laten dus geen bedrijf komen maar doen de audits zelf. En het belangrijkste is dat de kracht van het gewone ook geldt voor de kwaliteit van zorg. Karen: ‘Cliënten worden gezien, ze kennen elkaar echt. Begeleiders weten dus wat iemand wil, waar hij van droomt of van wakker ligt. Zorgplannen zijn volledig gericht op ontwikkeling en herstel. En dat zie je keihard terug in onze uitstroomcijfers.’
De kunst voor de komende jaren is om de zo kenmerkende familiecultuur vast te houden bij verdere groei. ‘We kunnen nog zoveel meer goeds doen; de wachtlijsten zijn enorm. Tegelijkertijd maakt groei ons als organisatie robuuster en minder kwetsbaar.´ De Weerde breidt het komende jaar verder uit in Almelo en Enschede en er zijn plannen voor Haaksbergen. ´We gaan die nieuwe locaties weer helemaal zelf opzetten. Zodat we iedereen blijven kennen en als bestuur dichtbij blijven. Dat wordt ontzettend gewaardeerd en dat vinden we zelf ook leuk. Het is een grote uitdaging om meer mensen te vinden die passen in onze familiecultuur, maar zó belangrijk. We worden steeds kritischer in het type mens dat we zoeken. Maar gelukkig ook handiger in het vinden ervan.’
De Weerde kijkt naar talent en persoonlijkheid. Want dat maakt een gewone zorgverlener die speciale zorgverlener. De Weerde steunt deze mensen graag om de juiste kwalificaties te krijgen. Een mooi voorbeeld daarvan is zij-instromer Marjon Koskamp: ze werkt fulltime bij De Weerde en studeert daarnaast; de cursus psychopathologie heeft ze afgerond, in januari start haar hbo-opleiding Social work.
Het leven van Marjon was niet zonder krasjes. Als alleenstaand moeder werkte ze jaren keihard om alle eindjes aan elkaar te knopen. Ze pakte alles aan en klom op tot assistent ploegleider in een fabriek. Maar de ploegendiensten braken haar op. En in haar bleef het knagen: ‘Ik wilde zo graag de zorg in. Maar wie wil mij nou, 51 jaar, zonder opleiding en zonder ervaring in de zorg?’ Nou, De Weerde dus.
Marjon werkt sinds 1 juli bij De Weerde, eerst als locatie-assistent en sinds december als assistent begeleider. ‘Het was een sprong in het diepe. Maar mijn jongens zijn groot, ik heb meer ruimte voor mezelf en ik wilde dit al zo lang. Dus ik dacht: het is now or never! Bij De Weerde geloven ze dat het werk wat je doet, in je zit. Talent voor de zorg héb je, daar verandert een papiertje niks aan. Ik ben ze dankbaar voor deze kans.’
‘We zijn enorm gericht op herstel.
Met de bips van de bank dus.’
Van fabriek naar zorg, dat was spannend. ‘Ik had geen idee hoe het was, werken met mensen met psychische problemen. Maar ik vind het geweldig.’ Marjon is een mensenmens. Warm en vrolijk, dat zie je gelijk. ‘Laatst zei een cliënt tegen me: ‘Als ik het moeilijk heb, ga ik naar jou. Dan kan ik even lachen.’ Dat vind ik mooi. Ik probeer mensen in beweging te krijgen. De leuke dingen van het leven te laten zien. Sommigen meden de zorg, maar zochten via mij toch toenadering. Ik weet niet hoe dat kan. Misschien omdat ik iedereen benader als mens en zij mij ook zo zien. Een beetje als familie.´ En daar hoort volgens Marjon geen gekkigheid bij: ´Pappen en nathouden is er hier niet bij. We zijn enorm gericht op herstel. Met de bips van de bank dus, aan de slag. Mensen zijn hier allemaal aanpakkers. Dat werkt aanstekelijk.’
Het is wat De Weerde van alle medewerkers verwacht: aanpakken, nuchter zijn en maximaal betrokken. ´We zijn van het ‘niet lullen maar poetsen’. Met beide benen op de grond. En je moet zelfstandig zijn, durven doen wat op dat moment nodig is. Die vrijheid krijg je ook. En daar leren we van. We zorgen voor elkaar. Misschien waardeer ik dat wel des te meer, omdat ik zelf niet uit de zorg kom. Het is echt de kracht van ons team. We bespreken ook alles, weten wat er gebeurt. Als een collega een pittig gesprek heeft gehad, dan bellen we en vragen we of hij of zij het nog wel trekt.’ Cliënten zien dat ook, merkt Marjon. Ze kennen iedereen en weten dat ze bij iedereen terecht kunnen.
Naast de persoonlijke inbreng die De Weerde hoog acht, is er veel aandacht voor ontwikkeling. Dat merkt Marjon niet alleen bij haarzelf. ‘Iedereen krijgt veel mogelijkheid om interne intervisies en cursussen te doen. Maar we worden ook echt gestimuleerd om studies te volgen om zo het beste uit onszelf en elkaar naar boven te halen.’ De steun om te blijven ontwikkelen is bij De Weerde vanzelfsprekend. En dat dat zo normaal is, is bijzonder, vindt Marjon.
Marjon is veel in de Stadsherberg te vinden. Daar heeft ze met cliënten en medewerkers veel groepsactiviteiten opgezet. Helaas gooide corona roet in het eten: ‘Dat groepsgevoel missen we enorm. Maar we doen ons best om binnen de beperkingen toch samen dingen te blijven doen. De behoefte aan nabijheid is gewoon heel groot.’ De warmte en gezelligheid is misschien wel het belangrijkste om te bieden, gelooft Marjon. ‘De mensen waarmee ik werk zijn zó kleurrijk, het is nooit saai.’ En juist daarom raakt het haar om te zien hoe zij moeten opboksen tegen alle vooroordelen. ‘Alle bewoners hier hadden eens een normaal leven, een gezin, waren getrouwd, werkten hard. En nu wonen ze beschermd. Dat is voor hun zelf al zo’n stap. Het gevoel dat ze ‘gek’ zouden zijn omdat ze onze hulp nodig hebben! Ik snap de schaamte, want zo kijkt de buitenwereld ertegenaan. Het zou niet moeten. Dat je hulp zoekt en hulp accepteert is iets waar je alleen maar heel trots op mag zijn.’
All we have is right now, zegt de tatoeage op de arm van Lizanne. ‘Dat is een zin uit een nummer van Machine Gun Kelly, daar ben ik fan van. Ik pieker vaak over verleden en toekomst. Deze zin is een reminder: het gaat om nu.’ Een schril contrast met haar strijd om te leven, die zich in de tientallen littekens op haar ene arm tentoonstelt. Bij De Weerde vond ze een fijne plek om aan haar toekomst te werken.
Lizanne is bekend met borderline, depressie, posttraumatische stressstoornis en paniekstoornis. Haar leven is eigenlijk altijd een strijd. ‘Ik weet niet beter dan dat ik zwart denk. Al sinds mijn 7e heb ik een doodswens. Maar als meisje besloot ik dat alles goed was, voor de buitenwereld. Ik zette een lach op mijn gezicht, maar ik huilde ’s nachts. Toen ik 11 was, begon ik mezelf ook pijn te doen, te snijden. Het is een soort verslaving. Ik kwam vaak op de huisartsenpost om weer gehecht te worden. In de ergste wond zaten 19 hechtingen. Door het snijden krijg ik even rust in mijn hoofd. En daarna bouwt de spanning weer op. Nu struggel ik daar nog steeds mee.’ Toch ging Lizanne een tijdje met de flow mee. Ze deed een opleiding tot dierenverzorger en had een bijbaantje bij de Jumbo. ‘Anderen hadden het dan over wat ze later wilden doen, maar daar dacht ik nooit aan. Dan zou ik er toch niet meer zijn, dacht ik.’
In 2017 deed Lizanne haar eerste zelfmoordpoging thuis, waarna ze gedwongen werd opgenomen. Dat zou de jaren daarna vaker gebeuren. ‘Ik ging nooit met de trein, dat is een no go met mijn paniek, maar die ene keer wel. Stond ik bij Wierden langs het spoor. Ik kwam er bijna onder.’
Ze ontbloot haar bekraste onderarmen. ‘Op de arm waar ik altijd snij, staat nu ‘Past’ getatoeëerd. Op de andere ‘Future’, met de geboortedatum van mijn vader en moeder. ‘Mijn ouders konden het niet meer aan. Toen begreep ik dat niet; nu wel.’
Lizanne woont nu beschermd en krijgt nog behandeling. ‘Psychomotore therapie voor mijn agressie en ik heb gesprekken met de psychiater en de zingevingscoach. En met de begeleiding hier.
Wonen bij De Weerde is fijn. Ik heb eigen regie, dat is belangrijk voor me. Ze staan naast me, doen niet alsof ze meer zijn dan ik. Dagelijks praten ze met me over hoe het met me gaat. Soms doen we een spel als ik hoog in spanning zit en ze stimuleren me om mezelf te verzorgen. En één keer per week doen we samen het huishouden.’
De afgelopen tijd is er veel veranderd. ‘Ik ben niet meer verward en doe zelf mijn boodschappen. Ik zit in de sollicitatiepool van De Weerde en in de cliëntenraad. En we werken nu toe naar dagbesteding. Dat is met mijn paniek dóódeng. Maar ik snap dat het goed voor me is en ik wil het graag.’ Het liefst zou Lizanne onafhankelijk zijn, alles wat ze nodig heeft zelf betalen, er zelf voor werken. ‘Dat lukt jammer genoeg nu niet. Ik ben blij dat er een uitkering voor mij is. Mensen in de psychiatrie worden vaak gezien als gekke rare mensen, maar het zijn gewone mensen met een rugzakje door hun verleden. Ik heb mezelf geaccepteerd, maar veel mensen verstoppen zich. Dat vind ik jammer. Dat stigma zie ik graag anders.’
Anneke, de moeder van Dennis, heeft een lange lijst aan ggz-ervaringen. Al sinds jonge leeftijd was duidelijk dat er voor Dennis, gediagnosticeerd met Asperger en PTSS, extra zorg nodig was om het gezin te ontlasten. Maar wat ontlasten écht is, ervaart ze pas sinds haar zoon bij De Weerde woont.
Thuis kon het behoorlijk escaleren, weet Anneke nog. Als Dennis erdoorheen zat, kreeg ze de volle lading. Maar misschien waren zijn periodes van intens verdriet en de wens om er niet meer te zijn nog wel erger. Omdat de situatie thuis onhoudbaar werd, nam Dennis zijn intrek in een zorgboerderij. Het gezin hoopte te worden ontzorgd, maar de zorgen stapelden juist op. Het ging steeds slechter met Dennis. ‘Hij werd aan z’n lot overgelaten. We merkten aan hem dat het niet goed ging. Hij appte ook continu over wat er allemaal mis ging. Er was daar niemand echt voor hem. Soms kreeg hij wel opdrachten, dan moest hij bijvoorbeeld de badkamer schoonmaken. Maar hij werd niet geholpen met hoe hij dat ging aanpakken. Of ze vroegen hem of hij hulp nodig had. Dan kregen ze ‘nee’ en gingen ze weer weg. Maar Dennis geeft dat niet aan, dat is nou juist wat hij moeilijk vindt.’
Een tijdje voelde het dubbel voor Anneke. Ze wilde zich niet overal mee bemoeien. Het was toch juist de bedoeling dat ze het meer zou overlaten aan anderen? Maar als het om je kind gaat, laat zoiets je niet los: dit was niet zoals het moest zijn.
Het Cimot hielp het gezin in hun zoektocht naar een alternatief. Eén van de tips was De Weerde. Dat sprak ze gelijk aan. Inmiddels woont Dennis er bijna een jaar en volgt hij een kamertraining. ‘Het klinkt misschien raar, maar ik weet dat het goed met hem gaat omdat we thuis veel minder van hem horen.’ Het belangrijkste verschil met hiervoor, vindt Anneke het contact. ‘Er is belangstelling voor hem. Alleen al als hij thuiskomt na z’n werk. Dan wordt hij begroet en vragen ze hem hoe zijn dag was. Dat is heel fijn voor hem. Ze zijn ontzettend open bij De Weerde en je kan bij iedereen terecht. De betrokkenheid is ontzettend groot. Dat maakt ze tot een soort familie. Maar ook cliënten onderling zijn zorgzaam naar elkaar toe.’ Wederzijds respect, zo laat het zich misschien wel het best omschrijven: ‘Vanaf het begin was er een gelijkwaardig niveau. Er is bijvoorbeeld een begeleider die jonger is dan Dennis. Die kunnen dollen en gek doen met elkaar, maar als het erop aankomt is hij gewoon zijn begeleider.’
Niet alleen de omgang met Dennis spreekt aan. Ook Anneke zelf heeft goed contact met De Weerde. Wekelijks delen zij en de begeleider van Dennis hoe het gaat en hoe de zorg geregeld is. Anneke merkt dat ze serieus genomen wordt in haar kennis over haar zoon. ‘In het begin liet hij zich van z’n beste kant zien. Later zag De Weerde meer van het gedrag dat wij meemaken. Ze zeiden dat ze blij waren met de informatie die ik ze had gegeven. Ze herkenden het. Dat geeft je dan echt de erkenning die je nodig hebt.’
Ontzorgt worden. Anneke weet nu dus hoe dat voelt. En dat voelt nog best raar. ‘Thuis was het altijd heel intensief. We moesten altijd alert op hem zijn. Nu is dat ineens een stuk minder. Hij is zelfstandiger. Hij doet minder een beroep op ons, omdat hij de begeleiding daar nu voor heeft. Dat zijn we niet gewend! Nu is het dus loslaten. Dat is voor ons een leermoment!’ Maar het is goed, zo merkt Anneke. Het levert het gezin de rust op die nodig is. ‘Het geeft een goed gevoel, want je ziet dat het goed met hem gaat.’ Over de toekomst is Anneke realistisch. Dennis blijft begeleiding nodig hebben, daar houdt ze rekening mee. En groei gaat in kleine stapjes. Nu teveel vrijheid betekent later een terugval, is haar ervaring. ‘Maar hij maakt hier een nieuwe start en dan kunnen dingen veranderen: regels, structuur aanleren, goed en gezond leren leven. Daar is hij goed mee bezig. Wie weet kan hij straks van zijn dubbelwoning naar een kamer alleen. En verder groeien. Een eigen huisje misschien. Hij heeft echt z’n plekje gevonden. Ik hoop dat we de zorg bij De Weerde kunnen blijven gebruiken, ook als er in de toekomst minder nodig is!’
Veel ketenpartners komen we vaak tegen. Daarmee hebben we een goede samenwerking. Maar onze lijst van ketenpartners verandert continu. Dat hoort ook zo, want het is de cliënt die bepaalt met wie we werken: afhankelijk van wat hij of zij nodig heeft, zoeken we de juiste partijen en mensen erbij die bijdragen aan het herstel van die persoon.
Die insteek vraagt van ons dat we continu verder kijken. Niet uitgaan van wat er nu is, wat we nu al bieden, wie we al kennen of met wie we afspraken hebben. Nee, kijken naar de mogelijkheden van die ene persoon, telkens opnieuw.
We willen dat onze begeleiding de behandeling versterkt. Dat is onze focus. Maar een behandeling versterken kan je alleen, als die specifieke keten nauw samenwerkt. Niet met een samenwerkingsconfenant. Niet met een maandelijkse netwerkborrel. Wel met een belletje over een heftige therapiesessie, zodat wij de cliënt goed kunnen opvangen. Of met een overleg over dilemma’s in de behandeling en hoe we daarin maximaal op elkaar kunnen aansluiten. Daarin is nog veel te winnen. We willen (veel meer dan nu) deelgenoot zijn van de zorgprofessionals in de behandelsetting. Elkaars taal spreken, ongeacht je rol in de keten. Want alleen dán kunnen wij de begeleiding echt goed laten aansluiten. Want alleen dán ontstaat er perspectief om samen naartoe te werken.
We hebben een stevige plek in de keten. Maar we dromen van nog meer gezamenlijk optrekken. Die stap naar ‘gedeeld eigenaarschap’ hopen we het komende jaar te zetten.
Het Cimot stelt indicaties voor onder andere beschermd wonen. Anders dan andere gemeenten, plaatst het Cimot niet. Zij vindt dat cliënt en aanmelder zelf moeten kunnen kiezen. Het Cimot legt niks op maar denkt wel mee en adviseert over passende zorg, als iemand het zelf niet weet. Marian Knieper-Bouwhuis, (tot februari 2021) coördinator bij het Cimot en Alexandra de Lintelo, casemanager bij het Cimot over hun ervaring met De Weerde.
Op de foto zie je alleen Alexandra, Marian is sinds maart 2021 niet meer werkzaam.
De juiste plek vinden voor iedereen en toezien op effectiviteit van de zorg die gefinancierd wordt, vindt Marian: ‘Soms heb je cliënten die door hun problematiek nergens goed passen. Je kunt dan wel een indicatie hebben en organisaties een acceptatieplicht, maar dan moet het nog wel passen.’ Maar het kan ook ná de plaatsing niet goed gaan. Dan wil het Cimot meekijken naar wat wél kan. ‘Het is erg belangrijk dat we betrokken blijven. De Weerde doet dat goed.’
De belangrijkste voor Alexandra is dat niet iedereen plaatsbaar is. ‘Vooral mensen die bekend zijn met verslaving. Verslaving is slechts een onderdeel van de problematiek. Nabijheid van zorg is dan juist belangrijk terwijl je werkt aan je verslavingsprobleem. Maar het is meestal een contra-indicatie voor beschermd wonen. Ik begrijp het, maar het maakt het voor ons lastig.’
Marian: ‘Professionaliteit in de communicatie. De zorgaanbieder moet heel duidelijk zijn in wat zij wel en niet kan en moet in contact staan met ons. Ook als het niet goed gaat.’ Marian is zeer tevreden over de samenwerking met De Weerde: ‘Je trekt samen op. Samen proberen we het voor de cliënt het beste te organiseren. En daarvoor moet je soms buiten de lijntjes gaan.’ Dat doen beide partijen, merkt Marian: ‘De Weerde denkt out of the box. Dit jaar was er een cliënt die niet meer wilde leven. Ze had een indicatie van ons, maar het geïndiceerde aantal uren zorg paste niet bij de begeleiding die nodig was in de laatste periode van haar leven. Toen hebben we gepuzzeld: kunnen we de indicatie ophogen voor de laatste maand? Dat vonden wij heel logisch, maar dat was het juridisch niet. Samen hebben we toch een oplossing gevonden, zodat deze mevrouw tijdelijk meer zorg kon ontvangen.’
Waar het Cimot in de samenwerking verder scherp op is, is uitstroom. ‘Beschermd wonen is tijdelijk. Cliënten moeten bij de zorgaanbieder stappen maken naar zelfstandigheid.’ De Weerde scoort daarin zeer goed. ‘In 2020 was De Weerde bij gemeente Almelo nog niet gecontracteerd voor ambulante zorg. We zijn dus creatief geweest in de indicering, zodat cliënten alsnog ambulante begeleiding van De Weerde konden krijgen en niet van zorgaanbieder hoefden te wisselen. Ik verwacht dat in 2021 veel van deze cliënten zullen uitstromen.’
Alexandra: ‘Korte lijntjes met de zorgaanbieder zijn altijd belangrijk. We maken nogal eens mee dat dingen op z’n beloop worden gelaten, zonder dat wij er iets van weten. De Weerde neemt ons heel goed mee in het proces en ze zijn heel zuiver.’ Naast korte lijntjes vindt Alexandra het belangrijk dat zorgaanbieders hun afspraken nakomen. ‘Veel cliënten zijn teleurgesteld in hun leven en hebben weinig begrip ervaren. Dat de zorgverlener doet wat ze zegt, geeft ze veel vertrouwen. De Weerde doet dat. Ik zie in de gesprekken hoe goed cliënten daarop reageren.´
Marian ervaart een grote affiniteit van De Weerde bij de doelgroep. ‘Ze hebben voeling met de mensen waarvoor ze het doen, heel belangrijk. De leiding zit ook dicht op de werkvloer. Dat werkt ontzettend goed.’ Een kracht van De Weerde is ook het gevarieerde aanbod in de zorg: ‘Je kan er terecht als je in een instelling moet wonen maar als dat niet meer hoeft, zijn er ook veel mogelijkheden van zorg op afstand. Die combinatie bieden niet veel zorgaanbieders.’
Ook de alerte houding van De Weerde wordt gewaardeerd: ‘De Weerde pakt het op als het niet goed gaat.’ Marian geeft het voorbeeld van een jonge man die een indicatie had voor intensieve zorg. Hij was echter zelden thuis vanwege zijn nieuwe relatie. De Weerde nam gelijk contact met Cimot op. De man had wel hulp nodig, maar in een andere setting. ‘We hebben gelijk gehandeld. Hij woont nu zelfstandiger bij De Weerde en krijgt zorg op afstand. Hij heeft de indicatie die daarbij past.’ Een voorbeeld van niet aanmodderen maar direct verantwoord handelen voor de juiste zorg én de juiste financiering.
De grote kracht ligt wat Alexandra betreft in hoe De Weerde omgaat met cliënten. ´Ik ken De Weerde vanaf het begin. Hun interactie met cliënten werkt zó goed: ze houden de doelen klein en haalbaar en ze zijn heel actief bezig met uitstroom. Dat zie je niet overal, helaas. Begeleiders van De Weerde staan ook echt naast de cliënt. Geen gesprek is gemeengoed. Ze luisteren echt, zijn in hun houding niet belerend of ´vanuit de boekjes´. Ze handelen professioneel maar tegelijkertijd bijna vriendschappelijk.´ En dat werkt heel fijn voor het Cimot én voor de cliënt, merkt Alexandra.
Qua aanbod onderscheidt De Weerde zich in de combinatie van zelfstandig wonen en de mogelijkheden van samen zijn. ‘Er zijn veel activiteiten samen waar je aan mee kunt doen. Want niet iedereen wil altijd alleen zijn of altijd samen. Ik ben heel erg blij met de combinatie die De Weerde biedt, van alleen en samen. Er blijft veel zicht op de cliënt, al woont hij zelfstandig.’
Marian: ‘De Weerde biedt vanaf 2021 ook Wlz-zorg voor GGZ-cliënten. De combinatie van maatwerk in de Wmo én Wlz is een mooi volledig pakket. Wel zie ik een risico met de Wlz-cliënten. Het Cimot is nauw betrokken bij de Wmo-cliënten en er zijn korte lijnen tussen De Weerde en het Cimot. Maar met een WLZ-indicatie vallen cliënten onder het zorgkantoor en of die nauwe betrokkenheid er dan ook is, vraag ik me af. Dat zal voor De Weerde spannend worden.’ Spannend wordt volgens Marian ook de groei van De Weerde. Ze wenst De Weerde toe dat ze vasthoudt aan de zeer korte lijnen die nu zo goed werken.
Alexandra: ‘Ik vind De Weerde een bijzondere organisatie. En ik niet alleen; medewerkers werken er ook graag. Dat zie je in het lage verloop.’ Alexandra ziet de grote groei van de organisatie op dit moment. ‘Vaak vermindert dan de kwaliteit van de aangeleverde zorgplannen en evaluaties. De Weerde is hier erg scherp op. Ik verwacht dat ze dat blijven.’ Ze ziet grote kansen voor De Weerde in de begeleiding van mensen met een verslaving, omdat deze mensen nu moeilijk een goede plek vinden.
Vooroordelen hebben we allemaal. Het is heel normaal, maar het kan wel erg belemmerend zijn. Mensen die bij De Weerde wonen, ervaren dagelijks hoe pijnlijk of belemmerend vooroordelen vanwege hun psychische aandoening zijn. En wij als zorgorganisatie merken het, als we ons in een wijk (willen) vestigen.
Onwetendheid, verkeerde informatie en schrikbeelden in de media versterken deze vooroordelen (stigma). Meestal zijn ze onbewust maar diepgeworteld.
Hoe is jouw kijk op mensen met psychische problemen? Doe de test!